Koude Oorlog Zonder Regels
BRUSSEL – Opgelet: als u op zoek bent naar een opbeurend interview, dan is dit wellicht niet de beste weekendlectuur. In zijn nieuwe boek ‘Van muur tot muur’ schetst de uit Hamont-Achel afkomstige Jonathan Holslag (40) de wereldpolitiek van de voorbije 30 jaar. Van de val van de Muur in 1989, en de daarmee gepaard gaande hoop op een betere wereld, tot een nieuw tijdperk van muren en hekken vandaag. Interview met Timmie van Diepen voor Het Belang van Limburg.
“Het is een hard boek geworden”, zegt Holslag, wanneer hij zich neerploft in de stoel van een Brussels art deco-hotel. De vraag is of het anders kan? Een gesprek over onze eigen verslaving aan consumeren, de pampermentaliteit in het onderwijs en de troebele toekomst van Europa. We kunnen niet om Afghanistan heen. Is de chaotische aftocht symbolisch voor de afbrokkelende Westerse hegemonie?
“Het is een voortzetting van een hele resem vernederingen in de voorbije 20 jaar. 9/11 was een tragische mijlpaal, sindsdien hebben we continu klappen in het gezicht gekregen. Keer op keer hebben we gekozen voor de aftocht. Daardoor laten we het terrein over aan de rivalen: China, Rusland, de radicale islam. Sommigen zeggen dan: we moeten ons meer met onszelf bezig gaan houden, maar de wereld zal dat nooit toelaten. Het is een complete illusie dat we in de 21ste eeuw onze gevechten kunnen kiezen.”
Wat is er in Afghanistan volgens u fout gelopen?
“Het Westen heeft geprobeerd de bevolking voor zich te winnen. Maar door als een veredelde ngo oorlog te voeren, kenden de Taliban onze zwakke plek. Kijk naar Rusland. Dat land heeft bijna al zijn oorlogen in de afgelopen 20 jaar gewonnen, terwijl wij ze bijna allemaal hebben verloren. Waarom? Als de Russen de Kaukasus binnenvallen, doen ze dat met alle vuurkracht die ze hebben. Een oorlog blijft een kwestie van vernielen en terreur zaaien. Dat klinkt hard, maar als je op die manier geen oorlog kan of wil voeren, dan moet je er niet aan beginnen.”
De basisstelling van uw boek is dat ook wijzelf, de burgers, schuld hebben aan de neergang van het Westen?
“Als je als samenleving verzwakt, is dat een collectieve verantwoordelijkheid. Politici worden door ons gekozen, bedrijven worden door onze consumptie gefinancierd. Een van de grote drama’s van de voorbije dertig jaar is dat we burgers niet hebben geëmancipeerd op politiek vlak, maar naar burgerconsumenten zijn geëvolueerd. De belangrijkste taak van de burger was de economie overeind houden door te consumeren. Wat we consumeerden was van minder belang, of dat nu naar de Chinezen of de Saoedi’s ging. Heel ons economisch beleid, met het bestrijden van hogere prijzen en inflatie, was daarop gericht. Daardoor hol je de basis van een goedwerkende democratie uit. Burgers moeten een stukje patriottisch zijn, bereid zijn om hun kennis en kapitaal in te zetten om het land te versterken. Die loyaliteit is volledig weggeslagen. Ook bij bedrijven. Waar autoritaire regimes eisen dat bedrijven geld verdienen in functie van de belangen van het land, worden bij ons de belangen van het land gedefinieerd in functie van de bedrijven.”
Kan je die evolutie nog omkeren?
“We zijn vaak heel giftig tegen autoritaire regimes, en China is ook een gruwelijk regime. Maar onrechtstreeks hebben we in het Westen ook een dictatuur geïnstalleerd. Via sociale media en marketing heeft de bedrijfswereld een even verpletterende impact op wie we zijn. We laten onze verwachtingen te veel bepalen door bedrijfsbelangen. En te weinig door klassieke waarden als deugdzaamheid, fierheid, respect tegenover andere mensen. Willen we niet afglijden in die dictatuur van de reclame en de lifestyle dan moeten we tegengewicht bieden aan dat hyperconsumentisme.”
De overheid moet de invloed van bedrijven aan banden leggen?
“Voor een stuk. Maar het begint ook op school. Plato en Napoleon zeiden niet voor niets dat het onderwijs de belangrijkste verdedigingsgordel van een samenleving is. Zo lang we jongeren vormen tot producenten en consumenten, en dan heb ik het over de STEM-richtingen, krijg je nooit kritische burgers. Je creëert jongeren zonder ruggengraat, die als zwervers in een landschap van permanente beïnvloeding ronddwalen. We hebben een krachtige correctie nodig in de richting van burgerschap. Geen twee uurtjes in de marge, maar van begin af aan leren filosoferen, omgaan met onzekerheid, de vaardigheden kweken om kritisch te denken.”
U waarschuwt in uw boek dat we met dat consumentisme ook onze autoritaire concurrenten financieren.
“Je economie moet een spiegel zijn van je waarden. Je kunt geen sterke samenleving bouwen als je met je geld je autoritaire concurrenten blijft versterken. Dat geldt voor de import van Russisch gas, maar ook voor winkelen in de Ikea of de Primark, bedrijven die elders jobs creëren en teren op vervuiling en uitbuiting. Dan hoef je er achteraf niet van staan te kijken dat er in Limburg te weinig hoogwaardige jobs zijn. Als je een sterke economie wil, moet je je geld steken in lokale winkeliers en lokale kwaliteit. Anders loopt de hele stad of provincie na een tijd leeg.” Toch juichen politici als er dankzij Ali Baba 400 jobs bijkomen op de luchthaven van Luik.
“Dat is pure volksverlakkerij. Ali Baba is een open uitnodiging om te dumpen. Voor die 400 jobs er komen, zijn er eerst een paar duizend verdwenen in onze eigen textielsector, meubelsector, noem maar op. In onze havens gebeurt hetzelfde. De containers die in Zeebrugge en Antwerpen naar China vertrekken, vulden we eerst nog met schroot, maar dat moeten de Chinezen niet meer hebben. Nu worden ze met boomstammen gevuld om toch maar iets van gewicht in de omgekeerde richting te sturen. Dat toont de waanzin aan van dit model. Al dertig jaar weten dat het partnerschap met de Chinezen compleet onevenwichtig is. Met de euro’s en dollars die ze aan ons verdienen maken ze onze bedrijven kapot, maken ze hun leger sterk. Dat is nog het meest akelige aan deze tijd: we weten het allemaal, maar er wordt politiek niks mee gedaan.”
Is China op weg de nieuwe dominante wereldmacht te worden? U laat die vraag onbeantwoord.
“Omdat we het niet weten. De komende tien jaar wordt de grote krachtmeting tussen Amerika en China. Niemand wil het zo noemen, maar we gaan naar een nieuwe Koude Oorlog. Op zich vind ik die Chinese ambitie geen bedreiging. Ik begrijp heel goed wat China probeert te doen. Rijk en machtig worden, een sterk leger bouwen, dat is wat wij in de 19de eeuw ook wilden doen. Wat mij wel beangstigt is dat Europa het speelveld daartussenin dreigt te worden. Ik maak me zorgen over het onvermogen om onszelf te beschermen en onze welvaart en waarden te verdedigen.”
Waar schuilt exact het gevaar voor Europa?
“De nieuwe Chinese vliegdekschepen zijn het laatste van mijn zorgen. Het gaat vooral om de onzichtbare strijd om de economische dominantie. Container na container ondergraven de Chinezen onze welvaart. Alle Europese landen samen hebben een handelstekort van 200 miljard euro per jaar met China. Als onze industrie afbrokkelt, vertrekt ook de technologie en zal de dienstensector verzwakken. En met die wegkwijnende welvaart neemt ook het politieke, diplomatieke en militaire gewicht af.”
Hoe kwetsbaar zijn we voor de autoritaire waarden van China?
“Alle macht wordt op een gegeven moment gevolgd door ideologie. Wij hebben dat gedaan en de Chinezen zullen dat ook doen. In een aantal landen werkt dat al. Kijk naar Hongarije. Met Orban zit daar een zogezegde patriot, maar hij verkoopt wel zijn hele onderwijssysteem aan de Chinezen, inclusief de vestiging van een Chinese universiteit. Maar er is ook een hele sluikse beïnvloeding bezig. De top van de bedrijfswereld is daar erg vatbaar voor. Ze dwepen met de daadkracht van China, zeggen dat we moeten leren van de Chinezen.”
Hoe groot is de kans op een militair conflict tussen de VS en China?
“Relatief groot. Je zit met zo’n concentratie aan soldaten en oorlogsschepen in de Zuid-Chinese Zee dat incidenten heel waarschijnlijk worden. De vrees van de Amerikanen is dat China de macht zal grijpen in het Westelijke deel van de Stille Oceaan. Als de Chinezen Taiwan domineren en Japan overvleugelen zitten ze zo in San Francisco. We onderschatten ook de bereidheid van de Chinezen om te vechten. Ze zien het als een heilige zaak om de komende decennia Taiwan in te lijven. De Amerikanen zullen daar militair niets aan kunnen doen, tenzij ze Taiwan onder de nucleaire paraplu nemen. En laat dat nu net zijn waar China zich op aan het voorbereiden is. Door massaal langeafstandsraketten te bouwen, hopen ze dat de Amerikanen twee keer zullen nadenken voor ze hun eigen kernwapens inzetten. Ook dat is de nieuwe Koude Oorlog. Met dat verschil dat er nu nul spelregels zijn. Geen wapenbeheersingsverdragen, geen wederzijdse verificatiebezoeken.”
In Europa klagen we dat de VS zich daarop voorbereidt met de slogan America First. Maar dat zagen we toch aankomen?
“Landen zetten altijd hun eigen belang voorop. Als je heel veel macht hebt, kun je het laten lijken alsof je eigen belang het belang van de hele wereld is, maar die luxe is voorbij voor de VS. De Amerikanen zijn ook niet klaar voor een nieuwe rivaal. Door Irak en Afghanistan is hun krijgsmacht uitgeput. Het zal minstens tien jaar duren voor ze zijn hersteld van de War on Terror. We staan dus voor een nieuwe Koude Oorlog, maar in tegenstelling tot in de jaren 50 niet als overwinnaar van een conflict, maar als verliezer van een 20 jaar lange oorlog tegen het terrorisme.”
Wat betekent die tanende macht van de VS voor Europa?
“De Amerikanen zullen zich minder bezighouden met Rusland en het Midden-Oosten. Dat machtsvacuüm kan tot meer regionale conflicten leiden en de verspreiding van terrorisme. De Russen voelen nu al dat de VS het signaal geeft dat ze kunnen doen wat ze willen in Oekraïne, de Middellandse Zee of de Arctische Oceaan. Wat ik dan schrijnend vind is dat wij in Afghanistan als Europeanen, ondanks alle signalen, nergens op voorbereid waren. Afghanistan heeft Amerika in zijn hemd gezet als supermacht, maar vooral ook getoond dat Europa als internationale speler nergens staat. En dat we kampioen zijn in klagen en verontwaardiging.”
Wanneer zullen we beseffen dat het anders moet?
“We zijn wel tot dat besef gekomen, maar we handelen er niet naar. Het tragische is dat we door onze eigen zwakte onze concurrenten moeten betalen om onze buitengrenzen te bewaken. We geven miljarden aan landen als Turkije, Egypte en Marokko om de vluchtelingen en het terrorisme af te blokken. Terwijl die regimes op termijn wellicht zelf ten onder zullen gaan aan binnenlandse onrust. Tegelijk gebeurt er op militair vlak niets in Europa. De enige oplossing is meer te investeren, maar onze overheid kampt tout court met een enorme investeringsachterstand. Nog fundamenteler, en daar wringt voor mij echt het schoentje, is dat geen enkele politicus het lef heeft om te zeggen dat de middenklasse al dertig jaar boven zijn stand leeft. We zullen de riem moeten aanhalen. Dat is moeilijk, de gas en de elektriciteit zijn al duur, maar het zal toch moeten. Want als we nu de investeringen niet doen en de schuld laten groeien, dan gaan we Griekenland achterna. En dan zullen we het over tien jaar misschien op de voorwaarden van een ander moeten doen. Maar wat doen wij vandaag? De consumptie aan de gang houden. Zorgen dat de mensen naar de Meir of de Demerstraat kunnen.”
Heeft 75 jaar vrede ons in slaap gewiegd?
knikt ) “De Europese leiders en burgers zijn in grote mate vervreemd van wat er aan de basis ligt van het Europees project. Ik merk dat ook bij mijn studenten aan de universiteit. De helft weet nauwelijks wat er tijdens de Tweede Wereldoorlog is gebeurd. Dan hoeft het niet te verbazen dat Europa een heel lichtvoetig project wordt van vrije markt en open grenzen, in plaats van vrede en veiligheid. Veel heeft ook te maken met onze pampermentaliteit. Jonge mensen worden niet meer geleerd om te gaan met tegenslagen. Het onderwijs schermt leerlingen van uitdagingen af, alles moet voorspelbaar, leuk en fijn zijn. We verlangen naar de voorzetting van het mooi geëffende pad, waardoor we alles wat ook maar enigszins op conflict lijkt proberen te ontwijken. Dat is Europa ten voeten uit.”
Sommige conflicten zijn nochtans onvermijdelijk. U wijst in uw boek naar de massale migratie uit Afrika.
“Europa dreigt ten prooi vallen aan twee grote krachten. Enerzijds de opmars van China, anderzijds de bevolkingsexplosie die zich op onze drempel afspeelt. Afrika telt straks twee miljard inwoners. Die twee krachtvelden zullen elkaar versterken. China maait ons op economisch vlak het gras voor de voeten weg, waardoor we in Europa en rondom ons te weinig jobs kunnen creëren. Er is maar één oplossing: onze industrie heropbouwen en een keihard handelsbeleid voeren met de Chinezen, met importtarieven. En ik zou nog verder gaan dan Donald Trump. Dat gaat pijn doen, maar de middelen die we overhebben kunnen we dan investeren in Noord-Afrika in het Midden-Oosten om die landen te versterken en banen te creëren. Niet langer de landbouwoverschotten op hun markt kieperen, maar hen helpen een eigen landbouw op poten te zetten. Daarbovenop komt geboortebeperking. Dat is enige manier om aan migratiebeperking te doen. Als we dat niet doen zullen we economisch verzwakken en zal China Afrika kaal vreten voor de grondstoffen zonder er jobs te creëren. Uit pure uitzichtloosheid zullen veel Afrikanen dan naar hier komen.”
De migratiekwestie geeft extreemrechts de wind in de zeilen. Hoe kijkt u daar naar?
“Ik schets in mijn boek het beeld van een leeg fort. Meer en meer partijen, zeker op rechts, pleiten voor sterke grenzen, met draad en muren. Maar binnen in dat fort weten burgers totaal niet meer waar we voor staan. Iedereen spreekt over identiteit, nieuwkomers moeten zich aanpassen aan ónze identiteit. Terwijl wij in ons dagelijks leven amper iets doen om die identiteit uit te dragen. Op zich begrijp ik dat mensen onrustig worden, maar je land verdedigen doe je door als klant lokaal te kopen, door je als burger goed te informeren en niet holderdebolder achter de meest sympathieke politicus in een spelprogramma te lopen of elkaar op Facebook uit te maken voor het vuil van de straat. Het laatste wat we dus moeten doen is onze toevlucht zoeken tot dat lege fort en stemmen op politici die zeggen dat ze muren gaan bouwen, maar burgers niet uitleggen hoe ze de samenleving verstevigen. Dat is de fout die de centrumpartijen de afgelopen 30 jaar hebben gemaakt en de oplossingen van de nieuwe nationalisten zijn al even naïef. Misschien win je daar nog twee of drie verkiezingen mee, maar dan is de rekening voor volgende generaties dubbel zo groot.”
Nochtans zal Europa zich wel op een of andere manier moeten afschermen.
“Natuurlijk, op korte termijn zullen we selectief moeten zijn. Maar op lange termijn zet dat geen zoden aan de dijk. We moeten aanvaarden dat een klein vergrijzend clubje van 400 miljoen mensen nooit ofte nimmer de druk van 2 miljard armen op een verdrogend continent kan tegenhouden. Muren wekken de illusie dat we de internationale politiek een tijdlang kunnen bevriezen. Maar grenzen die niet krachtig verdedigd worden of waarachter een zwakke samenleving schuilgaat, worden vroeg of laat omver geworpen.”
U had ons gewaarschuwd: we worden niet vrolijk van uw verhaal.
“De kans dat we verder afglijden is groter dan dat we ons gaan herpakken. Heel weinig mensen zijn bereid om offers te brengen om de toekomst veilig te stellen. De armen kijken naar de rijken, de rijken zeggen: als wij het moeten doen, zijn we weg . Als het schip zinkt, hebben mensen de neiging om dan naar het hoogste punt te gaan. Er zijn er maar heel weinig die naar de machinekamer willen afdalen en vaststellen waar het gat zit om het te dichten. Dat is ook het probleem van de elite, mensen die denken dat ze het nog wel redden omdat ze een paar honderdduizend euro op de bank hebben staan of twee of drie buitenverblijven bezitten. Het is kortstondige overlevingsdrang, met vertraging gaan ze uiteindelijk toch mee de dieperik in.” Foto: Stef Hublou Solfrian