Europa's gemiste kansen
BRUSSEL – Jonathan Holslag analyseert in zijn nieuwe boek de voorbije dertig jaar sinds de val van de Berlijnse Muur, om te besluiten dat nieuwe muren onze democratie bedreigen. ‘Hoe Europa zich aan een infuus van autocratische regimes legt, valt niet te rijmen met duurzaamheid, waarden en idealen.’ Interview met Maarten Rabaey voor de Morgen.
“Hoe is het verloren gegaan, dat sprankje hoop dat brute machtspolitiek plaats zou kunnen maken voor een heilzame wereldorde?”, vraagt VUB-professor Jonathan Holslag zich af in zijn boek Van muur tot muur, de wereldpolitiek sinds 1989 , om vervolgens een genadeloze analyse te maken over het liberale Westen dat sinds de val van de Berlijnse Muur zijn eigen economische mondialisering en democratisering naar de vaantjes helpt door zaken te doen met dictaturen. Door ons onvermogen om het Zuiden te stabiliseren nemen gewapende burgerconflicten weer toe, maar wij kruipen achter nieuwe muren, of beter: rennen weg. Terwijl we Holslag spreken, zijn de laatste Amerikaanse militairen als een dief in de nacht vertrokken uit Afghanistan en laten we het land achter in handen van de taliban.
Is dit het definitieve einde van het hoogmoedige westerse interventionisme?
“De inname van Kaboel bevestigt de grote desillusie na de dertig jaar waarin we dachten dat door militaire interventies de hele wereld naar onze pijpen zou dansen, onze waarden en normen zou overnemen en het pad zou effenen voor meer democratie en mensenrechten. We kunnen betwijfelen of we daar ooit echt in geloofden, maar dat was de boodschap, en die wordt nu volledig doorgeprikt. Afghanistan is een van de pijnlijkste nederlagen die we sinds de Tweede Wereldoorlog leden. In Vietnam keken de VS nog aan tegen een tegenstander die bewapend werd door grootmachten. Hier vochten we tegen een amalgaam van clans met relatief beperkte steun van buitenaf. Dat we er in het zand beten, is bijzonder pijnlijk. Ik denk dat het een scharnierpunt is, zonder meer, en misschien ook een stroomversnelling tegelijk. Het is niet omdat het Westen minder roekeloos wordt in zijn buitenlands beleid, dat andere spelers zullen volgen. In plaats van één roekeloze grootmacht dreigen er nu wellicht meerdere roekeloze regionale spelers te komen.”
Zoals Pakistan, dat de taliban tot vandaag steunt én Osama Bin Laden tot zijn dood in 2011 herbergde? Wordt hun rol in de regio onderschat?
“De taliban hebben veel te danken aan de steun van het Pakistaanse leger maar ik denk dat de verhouding tussen beiden heel dubbelzinnig zal worden. Aan de wijze waarop de Pakistanen zich nu tegenover Afghaanse vluchtelingen gedragen, zie je dat de verstandhouding niet meer optimaal is. Heel belangrijk wordt de driehoek Islamabad-Kaboel-New Delhi. Bij de Pakistani was de verwachting dat Afghanistan echt in het Pakistaanse kamp zou blijven en meer druk zou zetten op India. Nu gaven de taliban de voorbije dagen toch een aantal signalen dat ze ook pragmatische samenwerking willen met India. De Pakistani zijn de voorbije twintig jaar altijd heel schrander geweest door van twee walletjes te eten, zowel van de VS als China. De Afghanen zullen een soortgelijk beleid voeren. Ik zie de taliban ook financieel en diplomatiek samenwerken met een hele rist andere spelers. De Pakistaanse invloed zie ik net daarom afbrokkelen, want ze zijn nu plots veel minder relevant.”
Kan dit zich uiten in een verscherping van het historisch conflict tussen Pakistan en India, in Kashmir bijvoorbeeld?
“Ja, mijn vrees is al langere tijd dat Zuid-Azië een groot zwart gat in de geopolitiek kan worden. India kan kopje-onder gaan door gebrek aan economische kansen en de sektarische politiek van premier Modi die de spanningen tussen hindoes en moslims opstookt. Als je naar een samenloop van hoogspanning gaat tussen Islamabad en Delhi, twee landen met kernwapens, én een verzwakking van instabiele staten als Afghanistan, Pakistan en Bangladesh, heeft de wereld er een gigantisch veiligheidsrisico bij. We moeten daarom evenveel oog hebben voor de verzwakking van de Indiase democratie als het machtiger worden van de Chinese dictatuur.”
Ook China heeft al nauwe banden met de taliban. Zien we straks ook Chinezen Afghaanse spoorwegen aanleggen voor hun nieuwe Zijderoute?
“Afghanistan is nog heel beperkt ontsloten aan China. Er zijn via buurlanden verbindingswegen, maar dat is dagen rijden en op spoorwegen via buurlanden moeten treinen van wielenstelsel veranderen. In de winter sneeuwt veel dicht. Op termijn is het wel een opportuniteit. De vraag is waar de treinen voor kunnen dienen. De Chinese uitvoer naar Afghanistan is nog beperkt, terwijl de Afghaanse mijnexploitatie voor Peking geen urgentie is. Er zit nog veel silicium, ijzer en koper in China zelf. Ik zie de Chinezen eerst kiezen voor een regionale benadering van Afghanistan, met Rusland. Ze hebben heel goed lessen getrokken uit het Amerikaanse debacle. Het zou kunnen dat er Chinese vredeshandhavers opduiken in Afghanistan maar enkel als ze de lasten met andere landen kunnen delen.”
Tijdens de Amerikaanse terugtrekking Afghanistan waren er Chinese troepenbewegingen rond Taiwan. Dreigt Xi Jinping gebruik te maken van de huidige Amerikaanse aversie voor militair avontuur om het eiland aan te vallen?
“Ik denk dat Xi’s hubris een beetje slimmer is dan die van het Westen uit de voorbije dertig jaar. China zet voor Taiwan in op een combinatie van economische ondergraving, door er zoveel mogelijk industrie weg te lokken, en militaire indamming. Ze doen dat heel efficiënt, door veel raketten tegenover de Taiwanese kust te plaatsen. Op langere termijn wordt voor China een militaire oplossing voor Taiwan wel waarschijnlijker. China zit nog maar halfweg in zijn groei als grootmacht. Peking zal vroeg of laat Taiwan er bij nemen zoals Hongkong nu ook al is ingelijfd.”
U begint uw boek met de val van de Berlijnse Muur en het einde van de bipolaire orde maar stelt vast hoe dertig jaar later China in onze multipolaire wereld een nieuwe Lange Muur bouwt, dit keer op zee. Tegen 2040 willen ze het machtsevenwicht in het Westen van de Stille Oceaan ombuigen. Slagen ze daarin?
“Ja. Ik denk dat het voor de Amerikanen moeilijk wordt ze tegen te houden. De Chinezen hebben het hele grote voordeel dat ze hun militaire machtsopbouw concentreren in de Stille Oceaan, terwijl de Amerikanen nog op veel plaatsen tegelijk zijn. De aantallen zijn echt wel belangrijk. Daar voert China een uitputtingsslag door veel raketten op te stellen. Dat vereist van de Amerikanen een enorme defensie. Om al die raketten uit de lucht te halen moeten ze al hun oorlogsbodems volstampen met luchtdoelraketten, waardoor ze zelf weinig offensieve capaciteit hebben. Gesterkt door een sterkere economische groei bouwt Peking ook in ijltempo schepen en vliegtuigen bij en maakt het ook snel werk van een nucleaire aanvalscapaciteit. De bereidheid om te vechten zal ook een rol spelen. Voor een Chinees is Taiwan China, maar zal een doorsnee Amerikaan daarvoor zijn leven op het spel zetten?”
De strijd tussen China en de VS stelt u gelijk aan ‘Sparta tegen Athene – op mondiaal niveau’. ‘De belangrijkste onzekerheid is hoe gewelddadig het uiteindelijk zal worden’, schrijft u. Dreigt een Chinees-Amerikaans treffen al in de komende tien jaar?
“Ik denk absoluut dat die nieuwe tweestrijd erin zit, met als groot verschil dat je kijkt naar een versuft, en politiek in de touwen geslagen, Amerika. Dé bepalende factor is of de interne Amerikaanse politiek China zal aanpakken als enige verbindende factor. Over alle andere kwesties zijn de Democraten en de Republikeinen het niet eens, behalve over China. Een nieuw conflict met China zou wel eens het laatste redmiddel kunnen zijn voor het overleven van de Amerikaanse democratie. Omgekeerd is de Chinese achterdocht ten opzichte van de VS gigantisch. Onder Xi zit dat, zeker na het westerse afblokken van telecomgigant Huawei, erg diep in het systeem gebakken. Bij de Chinezen uit zich dat in een verbetenheid en volharding om hun veroveringskaart te realiseren.”
Door de internationale spanningen wil de Europese Commissie weer werk maken van Europese gevechtseenheden. Een goed moment?
“Het probleem van een Europees leger is dat we niet echt weten wat het nut daarvan is zonder gedeelde visie maar ook dat het de zoveelste bezuinigingsoperatie dreigt te worden, terwijl het voor Europa vooral dringend nodig is om onze afhankelijkheid van Amerikaanse militaire technologie af te bouwen. We kunnen nu zelfs nog geen kleine humanitaire interventie doen in een naburig land zonder Amerikaanse steun. Het doel van militaire macht is niet alleen oorlog voeren maar zo sterk te zijn dat oorlog voor andere partijen onaantrekkelijk wordt. Zonder de Amerikaanse paraplu zou Europa nu een heel kwetsbare speler zijn.”
U schrijft dat de beste manier om het machtsevenwicht te herstellen niet is om China de voet dwars te zetten, maar het welvaartsniveau in het Westen op een hoger plan brengen en partners helpen hetzelfde te doen. Hoe doe je dat?
“Het wordt bijzonder moeilijk. Als we inderdaad zouden gaan voor een harde confrontatiepolitiek, is het lang niet zeker dat we die met het Westen nog kunnen winnen. We hebben daar de mindset en middelen niet voor. Het zou een uitputtingsslag worden, waarin een Chinees systeem – dat op offers en onderdanigheid berust – een zeker voordeel heeft. We zijn terecht heel kritisch voor de Amerikaanse democratie, het racisme en de miljoenen mensen die daar in de gevangenis zitten, maar het China van Xi is gewoon verkapt fascisme. Het zijn Han-übermenschen die de rest van het Chinese rijk naar hun pijpen laten dansen, Oeigoeren en dissidenten interneren en met een dédain naar de rest van de wereld kijken. De definitie van fascisme past heel goed op de Chinese eenpartijstaat. Voorlopig is het nog met de handrem op, maar de trekjes zijn heel prominent aanwezig. De bedreiging is groot, vooral ook omdat het machtspotentieel van China zo groot is.
“Daarom ben ik voor het behouden van een machtsevenwicht. Ik ben niet voor indamming, want dat zal niet lukken maar wel voor het zeer snel stoppen van de dumping-politiek die de Chinezen op ons loslaten. Daar verdienen ze 200 miljard euro en meer per jaar mee op de Europese markt. Dat geld gebruiken ze om onze technologie op te kopen en hun leger te moderniseren. Wat de Chinezen intern doen, gaan we nooit kunnen stoppen, die illusie moeten we niet hebben, maar als we die handel in evenwicht brengen en onze industrie zelf heropbouwen, wordt China een kleiner gevaar. Nu is China een bedreiging omdat we zelf zo zwak zijn. Europa is te bedeesd om te overleven.”
Dan zijn wij als Europeanen niet goed bezig met een Green New Deal die de EU-burgers en bedrijven wél maar de Chinezen nauwelijks tot hogere sociale en milieumaatstaven dwingt voor hun exportproducten?
“De Green New Deal is de zoveelste vorm van façadepolitiek. Ik ben een heel grote voorstander van een groene revolutie, maar dit is een nieuwe groene uitverkoop. Ik heb daar geen andere woorden voor. Wat ik ook beschamend vind, is de energiedimensie. Je kan stellen dat nieuwe gasimport een overgangsmaatregel is in de strijd tegen klimaatverandering, maar het feit dat we Vladimir Poetin, de Qatari en de rest de komende decennia honderden miljarden gaan toestoppen omdat wij onze kerncentrales sluiten en geen andere vorm van elektriciteit hebben, vind ik een van de grootste strategische blunders die we kunnen maken. Wat ik vooral erg vind, is dat de voorstanders van de Energiewende weigeren om deze strategische gevolgen uit te leggen. Ik hoor alleen maar dat het ‘een transitiefase’ is, maar die duurt wel tien jaar. Tegen dan zitten we in een andere wereld. Hoe we ons als Europa nu aan een infuus van autocratische regimes leggen, kan ik niet rijmen met duurzaamheid of met waarden en idealen. Ik heb het daar heel moeilijk mee. Niets is zo schadelijk als doen alsof je de veiligheid waarborgt terwijl je beleid de tegenovergestelde richting uitgaat.”
Is het te laat om onze gasafhankelijkheid van Moskou terug te draaien of is daar een wake-upcall voor nodig?
“Welke wake-upcall willen we nog? MH-17 werd uit de lucht geschoten. Drie maanden daarna stonden de mannen van Fluxys en Shell in Sint-Petersburg te hengelen naar nieuwe contracten. Er zitten te veel ongerijmdheden in ons beleid. De rechtstreekse dreiging van Rusland tegen België is nu misschien klein, op een paar spionnen na die hier rondlopen. Maar als deze premier, die zich voordoet als de kampioen van Europese samenwerking, een energiebeleid voert dat Rusland sterk maakt en zo toelaat druk te zetten op Baltische staten en Oost-Europese landen daardoor gaan twijfelen aan het EU-project, waar ben je dan in godsnaam mee bezig? In China heb je een aantal monumenten van slechte leiders waar voorbijgangers op kunnen spuwen. Soms vraag ik me af of we hier ook niet af en toe zo’n standbeeld moeten gaan plaatsen. Dat klinkt misschien heel hard, maar ik vraag me soms echt af welk verantwoordelijkheidsgevoel politici nog hebben voor de volgende generaties.”
In 2002 hadden wij als Europeanen het nog volop over ‘de verantwoordelijkheid om te beschermen’, vandaag sluiten we ook akkoorden met Pakistan en Iran om Afghaanse vluchtelingen voor ons te ‘bewaken’. Wat zeggen deze nieuwe ‘muren’ over onze Europese waarden vandaag?
“Er gaat een heel grote dreiging van uit. Politici zeggen steeds meer dat ze niets kunnen doen met waarden in de buitenlandpolitiek, maar gewoon onze veiligheid en belangen voorop stellen. We moeten samenwerken met Poetin, de taliban, de Egyptische leider Al Sisi, met iedereen… Ik denk dat dat een hele domme, foute en eenzijdige interpretatie is van realpolitik. Om te beginnen moet je er in de realpolitik over waken dat je meer wint dan je partner. Daar zijn we slecht in. We praten met alle dictators maar uiteindelijk halen we er weinig uit. Echte realpolitiek gaat over strategische visie. Nu denken politici niet verder dan de volgende verkiezingen, noemen ze het een overwinning als het vluchtelingenprobleem een beetje getemperd wordt en Poetin zich wat gedeisd houdt. En zelfs realpolitik kan niet zonder waarden. Naast belangen zijn het waarden en deugdzaamheid die ons samenhouden. De kern van onze Europese beschaving – de menselijke waarden en het humanisme – overeind houden is nochtans meer dan ooit belangrijk. Als we die verliezen, verspelen we onze grootste troef in de wedloop tussen andere grootmachten. Dan wordt het onderscheid tussen dit stukje Europa en wat er in het oosten en zuiden aan dictaturen en chaos zit kleiner en kleiner. Dit is echt het moment voor Europa om op te komen voor zijn waarden. Ik moet niet proberen van de Egyptische generaal als Al Sisi nog een democraat te maken maar moet wel mijn democratische waarden verdedigen tegen dit soort leiders.”
Wat kan er dan concreet gebeuren om nieuwe Afghaanse vluchtelingen humaan op te vangen?
“Dat wordt heel moeilijk. Als het effectief zo is dat tot 30 procent van hun bevolking wil vertrekken van 38 miljoen, begin maar te tellen. Er zitten nu al 1,6 miljoen Afghanen in Pakistan, 600.000 in Iran… Ja, nu al heb je de Pakistanen die aan de grens mensen bedreigen en schoten lossen. Ik denk, en nu wik ik mijn woorden, dat we moeten erkennen dat Afghanistan wellicht gaat afglijden in anarchie. Het is misschien wel zo dat we het probleem hielpen te creëren door onze domme invasie, twintig jaar lang, maar ik denk dat we in een tijdsgewricht zijn gekomen waarbij Afghanistan een regionale aanpak nodig heeft. Ook voor de vluchtelingencrisis. Wij kunnen die verantwoordelijkheid – buiten de evacuatie van onze medewerkers – echt niet op ons nemen. Natuurlijk zullen er wel mensen naar de Middellandse Zee trekken, dat kunnen we niet voorkomen.”
U verwacht weinig heil van onze huidige generatie politici, zowel de gematigden als de nationalisten krijgen van u in uw boek een veeg uit de pan. Waarom zijn ze in hetzelfde bedje ziek?
“Extreemlinks is nog wat klein om er veel woorden aan te wijden, maar extreemrechts neigt meestal naar een voortzetting van de volksverlakkerij van de vorige generatie politici. Vanaf de Derde Weg van Tony Blair tot de pragmatische generatie van Angela Merkel deden ze alsof we met voorzichtig beleid een pragmatische welvaartsstaat verdedigden, terwijl dat helemaal niet zo was. Integendeel, onze economie lieten we los aan China. Bij deze generatie nationalisten, en dat is voor mij het probleem bij N-VA en Vlaams Belang, zien we ten voeten uit dat zij pretenderen op te komen voor waarden en fierheid, maar in de praktijk zie je dat niet.
“Net zoals de mensen van de Derde Weg een façade optrokken van een sterke welvaartsstaat trekken de nationalisten nu een façade op van identiteit en culturele lotsgemeenschap. Veel klagen over een ander, maar bijzonder weinig inspanning om dat zogenoemde eigen volk een spiegel voor te houden. Het bestendigt de zelfgenoegzaamheid van de burger-consument. Het houdt met de ruwe communicatie een arrogantie en platvloersheid in stand die dodelijk is voor een samenleving. In dat opzicht is rechts voor mij een voortzetting van de demagogie van de voorbije generaties en geen trendbreuk waarbij politici mensen zeggen waarop het staat. Het bevestigt de passiviteit en de verdwazing, terwijl een land maar zo krachtig is als zijn burgers.”
Foto credit: onbekend.