Litouwen: 'Een vloedgolf van desillusies komt onze richting uit'

In 2017 en 2017 trok ik voor Knack en Trouw langsheen de Europese buitenrand. Dit waren de belangrijkste haltes: Brussel  |  Hamburg  |  Berlijn  |  Kopenhagen  | Nuuk  |  Kaliningrad  | Baltische Zee  |  Vilnius  |  Riga  |  Tallin  |  Narva   |  Pskov  | Sint-Petersburg  |  Minsk  |  Odessa  |  Kiev  |  Chisinau, Moldavië  |  Transnistrië  |  Boedapest  |  Belgrado  |  Vukovar  |  Bijeljina  |  Srebrenica  |  Sarajevo  |  Pec  |  Pristina  |  Skopje  |  Thessaloniki  |  Egeïsche Zee  |  Istanbul   |  Tyre  |  Baalbek  |  Beiroet   |  Caïro  |  Luxor  |   Bamako  |  Djerba  |  Sidi Bouzid  |  Dougga  |  Tunis  |  Algiers  |  Tanger  |  Aït-Ben-Haddou

VILNIUS – Onderweg naar Vilnius ben ik aangekomen in het station van de Russische exclave Kaliningrad. Dat ademt de Sovjettijd. Een standbeeld van Lenin houdt een oogje in het zeil. Overal in de buurt zijn hamers en sikkels te zien. Op het perron laden mannen en vrouwen dozen uit met magnetrons, televisieschermen en koffiezetapparaten, ‘Made in Germany’. Intussen stuwt een imposante diesellocomotief een diep gegrom door de afgebladderde overkapping. Het is de trage trein met Moskou als eindbestemming. De smalle gang van de wagon ruikt naar smeerolie en pekelgroenten. In een van de cabines zit een rondborstige dame door een zwaar krakende radio te roepen. In de cabine daarnaast ligt een technicus languit op pompoenpitten te kauwen.

Ik installeer me. Wat later komen twee begeleidsters in strakke pakjes dekens en lakens brengen. De trein davert het station uit. Alles kraakt en piept.

In de verte scheren Soechoi 27-gevechtsvliegtuigen over de boomtoppen en trekken dan abrupt omhoog. Ze oefenen een aanval op schepen. En langs het grensstation staan wachttorens. Sinds enkele maanden trekt de Litouwse overheid prikkeldraad langsheen de grens met Kaliningrad op, naar verluidt ‘om de misdaad te beteugelen’. Een week geleden zijn vier Russische rekruten van deze trein geplukt. ‘Moskou test hoever het kan gaan’, verklaarde het Litouwse ministerie van Buitenlandse Zaken. ‘We mogen de burgertrein niet voor militaire doeleinden laten gebruiken.’

De eerste Litouwse stad die we voorbijrijden is Kaunas. In de buurt zijn duizend NAVO-soldaten gelegerd: een zogenoemde ‘struikeldraadoperatie’ moet mogelijke Russische agressie vertragen en de bondgenoten toelaten om terug te slaan op grond van artikel 5, dat bepaalt dat een aanval op een lidstaat van de NAVO gezien wordt als een aanval op álle lidstaten.

Vier keer bedrogen

Het station van Vilnius ligt in een verpauperd deel van de stad, maar het centrum is een historische parel. Litouwen heeft een langere geschiedenis dan Rusland. De Gediminastoren, die over de stad uitkijkt, werd opgetrokken in de dertiende eeuw, toen het groothertogdom Litouwen van start ging met een expansie die tot aan de Zwarte Zee zou reiken. Pas vanaf de vijftiende eeuw probeerde Moskou vanuit de dichte taigawouden de bevaarbare rivieren en handelsroutes naar de Baltische Zee te controleren. De rivaliteit met Rusland begon toen Litouwen na de Slag van Orsha gedwongen werd tot een vernederend vredesverdrag.

Om te achterhalen wat die geschiedenis voor Litouwen betekent, trek ik eerst naar het parlement. Betonblokken herinneren aan de barricades die onafhankelijkheidsstrijders in 1991 oprichtten om Sovjettanks af te weren. Veertien jonge patriotten kwamen toen om het leven. In het cafetaria praat ik met parlementslid Egidijus Vareikis, een oudgediende die het buitenlandbeleid mee heeft vorm gegeven. ‘Oorlog: daar zijn we beducht voor. We zijn bang dat de grootmachten onze soevereiniteit zullen opofferen om de zogezegde stabiliteit te bewaren’, legt hij uit. ‘Vier keer zijn we al bedrogen. In 1776, toen ons grondgebied verdeeld werd tussen Pruisen en de tsaar. In 1920, toen de vredesconferentie van Parijs, georganiseerd door de winnaars van de Eerste Wereldoorlog, ons weigerde te erkennen. In 1939, toen Hitler de Baltische staten aan Stalin gaf. En in 1945, toen president Roosevelt geen bezwaar maakte tegen de inlijving van de Baltische staten bij de Sovjet-Unie.’

‘Ik zie niet hoe een evenwichtig akkoord met de Russen ooit mogelijk zou zijn geweest’, antwoordt Vareikis. ‘Aanvankelijk drong het Westen er bij ons op aan om dicht bij de Sovjet-Unie te blijven. In de jaren na de onafhankelijkheid zochten Europese landen naar excuses om de deur dicht te houden. Maar voor ons was een lidmaatschap van de NAVO en de Europese Unie de enige optie. Michail Gorbatsjov en Boris Jeltsin zeiden wel dat Rusland deel van een “Europees huis” moesten zijn. Maar wat zou dat betekend hebben? Had Rusland ooit het kleine broertje van de Verenigde Staten willen spelen? Had Washington ooit de NAVO hebben laten omvormen tot een tandeloze tijger om de Russen ter wille te zijn? Er bestaat gewoon geen ideale situatie in deze regio. De diverse belangen zijn moeilijk te verzoenen.’

In welke mate vormt Rusland vandaag dan een bedreiging? Dalia Grybauskaite, president van Litouwen, heeft Rusland al een terroristische staat genoemd en heeft de NAVO gevraagd om permanent troepen in haar land te houden. Egidijus Vareikis: ‘De Russen blijven onvoorspelbaar, maar ik denk niet dat ze zo sterk zijn. De voorbije dertig jaar hebben ze terrein verloren. Kaliningrad is kwetsbaarder dan wij. Hoe meer we op onze hoede zijn, hoe kleiner de kans op een oorlog.’

Een echo van die boodschap vangen we enkele verdiepingen hoger in het parlementsgebouw op. ‘Vandaag vreest Rusland ons succes opnieuw’, stelt Audronius Azubalis, die kort minister van Buitenlandse Zaken is geweest. ‘Als de Baltische staten het economisch goed doen, is dat een kaakslag voor Moskou. De Russen houden hun buren liever zwak.’

Diep wantrouwen

Van het parlement gaat het naar het presidentiële paleis. Langs de Gediminaslaan spot ik de eerste terrasjes en met softdrinks kuierende jongeren – ook hier heerst geen crisissfeer. Het paleis zelf is een hagelwit neoclassicistisch gebouw. Napoleon heeft er nog geresideerd, net zoals verschillende tsaren. Ik heb afgesproken met Martynas Lukosevicius, de nationale veiligheidsadviseur. Hij klinkt hoopvol: ‘Nog nooit in onze geschiedenis hebben we ons zo veilig gevoeld, want nu hebben we bondgenoten. Rusland is niet echt stabiel. De Russen zullen ons niet meteen binnenvallen. Ze willen vooral het Westen uittesten. Ze willen de angst opkloppen, om die vervolgens als hefboom voor hun buitenlandbeleid te gebruiken. Het is onze taak om dat af te schrikken.’

In een beboste buitenwijk van Vilnius, achter een groot groen hek, ligt de Russische ambassade. Wat denken ze daar van de verstandhouding met Litouwen? ‘We hebben het programma van de nieuwe Litouwse regering aandachtig bestudeerd’, klinkt het er. ‘Helaas geeft het niet meteen blijk van de wens om de relaties met Rusland te verbeteren. De Litouwers zoeken hun toevlucht tot propaganda.’

Tijdens mijn bezoek wijzen de Russen vooral op hun pogingen om de spanningen te temperen. Ze hebben bloemen gelegd bij een monument voor vrijheidsstrijders. Ze hebben mild gereageerd op de ontplooiing van NAVO-soldaten. En ze hebben aangeboden om een parlementaire dialoog op te starten. ‘We staan klaar voor een praktische samenwerking.’

Litouwse beleidsmakers zullen mij dan weer waarschuwen: ‘De Russen zullen nooit voor een volledige toenadering gaan. Het wantrouwen zit te diep. Net zoals zij nooit hebben aanvaard dat de Baltische staten nu behoren tot de Amerikaanse invloedssfeer, zullen wij nooit aanvaarden dat we terug in de Russische invloedssfeer zouden schuiven.’ Europa heeft hoop gebracht, maar voor veel Litouwers ligt die hoop élders in Europa. In Duitsland en Polen, bijvoorbeeld

Tienduizenden kruisen

De discussie met diplomaten en politici maakt me vooral benieuwd naar wat de jongeren in Litouwen van de hele situatie denken. Aan twee studenten vraag ik om mij mee te nemen naar een plek die me het land beter kan doen begrijpen. Ze kiezen voor de Kruisheuvel, een bedevaartsoord waar sinds de negentiende eeuw tienduizenden kruisen zijn geplaatst. Oorspronkelijk ter herinnering aan een Litouwse opstand tegen Rusland, daarna om de kracht van het Litouwse geloof te verzinnebeelden. ‘Al deze kruisen zijn door burgers geplaatst’, zegt Zygitas Vileiniskis. ‘Dat geeft je al een idee van de betrokkenheid van onze bevolking. Deze heuvel leert ons ook dat we voor onze veiligheid moeten blijven ijveren. Om dezelfde reden vertellen onze ouders ons nog vaak over de gewelddadige onafhankelijkheidsstrijd in de jaren negentig.’

‘De Kruisheuvel ligt natuurlijk wel een eind buiten de stad’, gaat Zygitas verder. ‘Terwijl het dáár is, in die stad, dat we aan onze toekomst moeten bouwen. We zijn op onze hoede voor de Russen, maar we zijn vooral bezorgd over de verzwakking van ons land, de hoge belastingen, de stijgende prijzen en de werkloosheid. Veel van mijn vrienden zijn vertrokken naar Londen en Berlijn. Onze bevolking krimpt met 1 procent per jaar. Er wordt gesproken over Litouwen als “een tijger”, ja. Maar heeft de tijger tanden?’

‘Wat heeft de toetreding van Litouwen tot Europa voor jullie betekend?’ vraag ik. Dainus Satkausas heeft zijn antwoord klaar: ‘Europa heeft hoop gebracht, maar voor veel Litouwers ligt die hoop élders in Europa. In Duitsland en Polen, bijvoorbeeld. Dat zijn de landen die het goed doen.’

‘Jullie overheid probeert anders alles’, werp ik op. ‘Ze voert een ambitieus innovatiebeleid, met incubators voor start-ups. Ze zet haar schouders onder de culturele sector. En in Vilnius leek er iedere avond gefeest te worden.’

‘Vilnius is niet representatief’, waarschuwt Dainus me. ‘Reis naar de kleinere steden en je ziet dat de omslag van de collectivistische Sovjeteconomie nog altijd niet verteerd is. Veel ouderen zijn arm, en hun levenswijze botst op de dromen van de nieuwe generatie. Veel jongeren vinden onze samenleving te conservatief. Dat weegt uiteindelijk even zwaar door als het gebrek aan banen.’

Lichtjes

Ik maak me op om de lijnbus te nemen naar Riga, de hoofdstad van het volgende land op mijn tocht: Letland heeft een compleet andere geschiedenis dan Litouwen, maar gedeelde uitdagingen.

Onderweg valt me opnieuw op hoe plat en leeg het land is. Intrigerend, maar stil. Een beetje zoals de Balten zelf. Ze leven ver genoeg van elkaar om een gevoel van autonomie te bewaren, en dicht genoeg om in de duisternis het licht van het volgende huis te zien. Die drang is misschien niet uniek, maar in dit dunbevolkte deel van Europa is er gewoon ook de ruimte voor. Dorpelingen bezitten grote omheinde percelen. Stedelingen trekken zich in het weekend diep in de bossen of nabij de meren terug in kleine houten huisjes, gaan vissen of op elanden jagen en maken eindeloze wandelingen.

Langs de hele weg staan borden met de Europese vlag, bij wegwerkzaamheden, natuurparken en windturbines. ‘Europa blijft echt wel belangrijk’, vertelde Letse economiestudent Dainis Bass – de bus wordt grotendeels bezet door studenten. ‘Maar de toetreding tot de EU en de eurozone heeft tot té hoge verwachtingen geleid. Tussen 2003 en 2008 zag je de wegen vol met Bentleys en verdubbelden de vastgoedprijzen. Er werd te veel geleend en de crash volgde. De overheid heeft nadien de lonen fors laten zakken.’

Veel economen waren enthousiast over die loonmatiging, over de teruggeschroefde belastingen en de flexibilisering van de arbeidsmarkt. Zowel Letland als Litouwen toonde aan dat zo’n interne devaluatie tot een snelle groei van de economie en de tewerkstelling kan leiden. Maar de groeispurt was van korte duur. In de export verdween algauw het concurrentievoordeel dat de devaluatie had opgeleverd. En door de loonmatiging emigreerden nog meer hoogopgeleide jongeren naar rijkere Europese landen. Ze lieten Letland en Litouwen achter met een groot leger relatief oude en weinig geschoolde werknemers.

De impact van het EU-lidmaatschap is, kortom, niet onverdeeld positief. Dainis en een metgezel leggen het in onberispelijk Engels uit: hoe er door Europa wel geld is gekomen voor infrastructuur, maar hoe door datzelfde Europa bedrijven vervolgens over de kop zijn gegaan. ‘De suikerquota kwamen de suikerfabrieken bijvoorbeeld duur te staan. Het merk Yelga bestaat nog altijd, maar de suiker in de Yelpa-verpakkingen komt nu uit Denemarken.’

‘Nog een voorbeeld? Europa steunt de trans-Baltische spoorweg, maar uitsluitend Finse en Duitse bedrijven profiteren daarvan. En iedereen spreekt over start-ups, maar kijk naar Selenium, een toonaangevend bedrijf in de strijd tegen kanker: de kans is groot dat het naar Denemarken wordt overgebracht.’

Ook nadat we de Letse grens zijn overgestoken, blijven de woorden van parlementslid Egidijus Vareikis door mijn hoofd galmen. ‘Een vloedgolf van desillusies komt de richting van de Baltische staten uit’, zei hij. En hij voorspelde: ‘Bij de volgende verkiezingen zul je het resultaat daarvan zien. En de verantwoordelijken daarvoor zullen heus niet de Russen zijn.’ (Volgende halte: Estland en Letland)

Screenshot 2020-11-18 at 10.30.49